Het is weer gelukt

Het is weer gelukt! Gisteravond ontving ik een inkooporder van NBD Biblion voor Twee zielen, één gedachte. Binnenkort zijn al mijn zeven boeken te leen in heel veel bibliotheken in Nederland. Wij hebben net wat champagne gekocht en wat mij betreft gaat er ééntje worden ontkurkt. Voor de lezers die mij nog niet zo lang volgen, ik heb mijn stinkende best moeten doen, veel overredingskracht en doorzettingsvermogen moeten tonen om het bij de uitgever van vier van mijn boeken voor elkaar te krijgen dat ze één titel zouden opsturen naar NBD Biblion. Dat lukte uiteindelijk, Het Rubens meisje is het eerste boek dat door NBD Biblion werd geaccepteerd. Toen dat eenmaal gelukt was wilde de uitgever de andere boeken ook wel insturen. De onbeschoft aantrekkelijke man is het eerste boek dat ik als selfpubber naar NBD Biblion stuurde, dat was misschien nog wel spannender dan bij het Het Rubens meisje. En nu boek zeven!

Aan de reacties die ik krijg op sociale media merk ik op dat veel van jullie het beeld dat jullie van mijn verblijf in Frankrijk hebben ietwat romantiseren. Bert en ik verblijven in een kleine gîte in een dorpje waar niets is, zelfs geen boulanger. We hebben een bed van één veertig breed (en wij zijn beiden niet de kleinsten qua postuur), de bank in de woonkamer doet na een kwartier al zeer aan je billen en ik schrijf deze blog op een piepklein tafeltje in de piepkleine keuken op een houten stoel die iedere dag dreigt met in elkaar storten. Hebben jullie even gelachen? Mooi, dat was de bedoeling. De omgeving is prachtig, enorm uitgestrekt, eigenlijk alleen maar landbouwgrond. Ik loop iedere dag een ronde van drie komma drie kilometer. Dat lijkt niet veel maar de eerste anderhalve kilometer gaat het boerenpad constant omhoog, dan is het driehonderd meter vlak, waarna de afdaling begint. We zijn hier nu tweeëneenhalve week en in al die tijd ben ik twee keer gepasseerd door een tractor. Voor de rest zie ik op de route helemaal niemand. Wel bijna iedere dag een paar herten die voor mij natuurlijk allemaal Bambi heten. 'Ah, Bambi! Ah, nog een Bambi!' Als ik de rest van de dag niet zoveel chocoladekoekjes zou eten, zou ik goddelijk slank kunnen worden... helaas.

Iedere morgen sta ik gelijk met Bert op, doe wat huishoudelijke klusjes ( o ja, dat vergeet ik te vertellen, we hebben niet eens een stofzuiger, alleen een bezem en veger en blik. Ik voel me net Cinderella!), leer Zweeds, wandel en de rest van de dag schrijf en lees ik. Het schrijven gaat fantastisch. Ik geniet van het verhaal dat ik schrijf. Al twee keer ben ik in tranen uitgebarsten om wat ik schreef. Dan weet ik dat ik goed zit. Het manuscript heeft 57.378 woorden en ik ga nog vrolijk verder, het verhaal is nog niet af. In mijn hoofd wist ik al dat ik een stukje van het verhaal in Frankrijk wilde laten afspelen, waar in Frankrijk, daar had ik nog geen idee van. De Franse projecten heeft onze zoon Quinten de laatste keren gedaan, ik ging er vanuit dat hij dit project ook zou doen. Toen Bert vertelde dat hij het zelf ging doen heb ik geen moment getwijfeld, ik ga mee! Ja, de gîte is klein en niet altijd even gerieflijk, maar toch barst ik van de inspiratie. Ik hoef vast niet te vertellen dat het de Franse Ardennen zijn geworden in manuscript acht.

Liefs, Esther