Feelgood

In de blog van vandaag ga ik in op de reden waarom in niet heb meegedaan met de Zeeuwse Boekenprijs. Allereest wil ik Carolien bedanken voor haar fijne reactie op het artikel in de PZC over de Zeeuwse boekenprijs en alle andere lieverds die zich bij haar lieve woorden aansloten. Wat ik als reactie schreef, meen ik uit de grond van mijn hart. Jullie reacties zijn voor mij veel waardevoller dan de beoordeling van een jury. In 2020 en in 2021 heb ik meegedaan met de Zeeuwse Boekenprijs, daar heb ik waarschijnlijk wel wat naamsbekendheid door gekregen in Zeeland. Hoewel ik denk dat dat meer komt door de artikelen die over Gewoon Puur Emma , Het Rubens meisje en Een klus voor twee in de Provinciale Zeeuwse Courant zijn verschenen. Beide jaren kwam ik niet op de longlist terecht, prima want dat had ik ook niet verwacht. Maar dan is er nog wel de Publieksprijs. Ik deelde het artikel op mijn socials en er werd zeker op mijn boeken gestemd. Gewoon puur Emma heeft zelf een tijdje op de vierde plek gestaan. Toch heb ik besloten om niet meer mee te doen. Ten eerst moet je zes boeken inleveren voor de juryleden. Heb je een uitgever achter je staan, dan neemt die de kosten voor zo'n evenement voor zijn rekening. Bij mij komt het uit eigen portemonnee. Jullie weten wat mijn boeken kosten dus ik hoef niet te vertellen op hoeveel dat komt. De aandacht in de PZC weegt voor mij niet op tegen de kosten. In het dorpje waar ik woon krijg ik regelmatig de vraag of het nou wat oplevert dat schrijven van boeken. Ik rij in een dikke Audi A4 rond en gelijk denkt men dat ik rijk wordt van het schrijven. Nou, vergeet het maar. Ik ben blij dat ik twee maanden na de verschijning van Twee zielen, één gedachte uit de kosten ben, de marges zijn klein. Dat is ook niet de reden waarom ik schrijf, ik schrijf omdat ik het fantastisch vind om te doen. Ik kan mijn ziel en zaligheid kwijt in mijn personages, het is een verrijking voor mij als persoon.

In mijn reactie op het gedeelde bericht van Carolien gaf ik aan dat feelgood niet meetelt met dit soort verkiezingen. Er wordt op het genre neergekeken. Als je daar een mooi artikel over wil lezen dan raad ik je aan om even te googleën op Karin Quint, feelgood, NRC. Karin heeft heel goed verwoord wat de reacties uit haar omgeving waren op haar eerste feelgoodroman Het Koetshuis. Het komt er op neer dat zolang je geen literair hoogstandje geschreven hebt, je in de beleving van "het boekenwereldje" in Nederland niet meetelt. In de media wordt er nauwelijks aandacht aan feelgood besteed. Een boek hoort thema's te bevatten, moet je geestelijk verrijken en het taalgebruik moet van hoog niveau zijn. Om maar niet te spreken van de standaard goede afloop van een feelgoodroman, dat kan al helemaal niet.

Mag ik daar nu een halt toe roepen? Waarom worden er zoveel feelgoodromans gelezen in Nederland? Waarom stonden de boeken van Lucinda Riley standaard in de boeken top van Bruna in de tijd dat ik daar werkte? Omdat er behoefte aan is! We willen ontsnappen aan onze dagelijkse bezigheden in een wereld waarin veel mensen alleen aan zichzelf denken. We willen genieten van een romantisch verhaal en met de personages meeleven. Ontspanning, dat is het dat feelgood ons geeft.

Het vreemde is ook dat er in bijvoorbeeld de Verenigde Staten heel anders tegenaangekeken wordt. Daar zijn zelfs meerdere awards en festivals voor het romantische genre. Een auteur als Colleen Hoover, die veel meer schrijft dan alleen feelgood, dat vooropgesteld, domineert de New York Times Best seller lijst.

Ik ben Esther Stui, ik ben auteur van feelgoodromans en ik ben er trots op! O ja, een vrolijke noot aan het einde van deze blog, manuscript nummer acht heeft inmiddels meer dan 40.000 woorden.

Liefs, Esther