Boekenkast

De foto bij deze blog is van de boekenkast van Stefanie. Op dinsdag deelde ze deze foto van haar “bibliotheek” op Instagram. Wat een prachtig kast, ik ben er helemaal verliefd op. Veel van de boeken die in de kast staan, heb ik thuis ook. Mijn oog viel al gelijk op de boeken van Stieg Larsson en natuurlijk die van Wendy Brokers. Toen ik de kast plank voor plank bekeek, zag ik ineens mijn boeken staan. En niet één of twee, nee alle zeven. Wat een geweldige eer dat je de boeken zo’n mooie plek hebt gegeven in jouw bibliotheek, Stefanie!

Het mooiste dat er deze week is gebeurd, is dat ik de boekenlegger van Twee zielen, één gedachte aan Annika, de vorige eigenaresse van de stuga, heb kunnen geven. Annika leest graag en is benieuwd naar mijn boeken. We hebben alleen één uitdaging: een Zweedse vertaling. Dat zou ik geweldig vinden, puur omdat Annika mijn boeken dan zou kunnen lezen. Ik heb mij in de kosten van een vertaling verdiept en ben tot de conclusie gekomen dat het niet rendabel is. Mocht ik ooit echt geld overhouden aan het schrijven, dan staat een vertaling hoog op mijn verlanglijstje. Met de boekenlegger was ze gelukkig al blij. Gisteren spraken wij haar weer en wat blijkt, Annika heeft met Google translate de tekst op de boekenlegger in het Zweeds vertaald. Dat vind ik zo ontzettend lief en bijzonder! De consequentie was wel dat ik de vertaling in het Zweeds mocht voorlezen… volgens mij heb ik gistermiddag meer geleerd dan van de lessen Zweeds tot nu toe.

Tussen het klussen, het genieten van de serene rust, het wandelen en het speuren naar herten en elanden door heb ik ook geschreven. Niet aan manuscript nummer acht, maar aan manuscript nummer negen én aan het kort verhaal. De opzet voor het kort verhaal stond al op mijn laptop, het uitwerken van het idee gebeurt in mijn hoofd. En dat kan ook prima tijdens het klussen. Niet alleen nu in Zweden. Ik weet nog dat ik complete gesprekken tussen Eva en Dan uit Het Rubens meisje heb bedacht toen ik behang afstoomde en de muren van een laag muurverf voorzag in het huis van mijn oudste zoon. Als je op zo’n moment mijn aandacht wil hebben, moet je hard tegen mij praten of met je handen voor mijn gezicht zwaaien, ik ben dan helemaal in mijn eigen wereld. Voor jullie als lezers, het voelt hetzelfde aan als jullie in een boek worden meegenomen. Even de wereld om je heen vergeten en wegdromen. Dat is het mooie aan lezen én schrijven van feelgoodromans. Nadat ik Pencarrow had uitgebracht kreeg ik van meerdere lezers de vraag of ik een thriller zou gaan schrijven. Ik zal geen “nooit” zeggen, maar de kans is klein. Of dat te maken heeft met een bepaalde levensfase, weet ik niet. Ik lees de laatste jaren veel minder thrillers dan feelgoodromans, dat even wegdromen heb ik harder nodig dan zinderende spanning. Hebben jullie dat ook?

Liefs, Esther